De tijd voor de euro
De euro is al een flink aantal jaren in gebruik. Toch zijn er nog veel mensen die met weemoed terugdenken aan de tijd vóór de euro. Toen in Nederland nog met de gulden werd betaald. De gulden was dan ook al vele eeuwen het officiële betaalmiddel in ons land. Toch werd er niet altijd met guldens betaald.
De muntgeschiedenis van Europa
De valutageschiedenis van Europa is beter te vergelijken met het ontstaan van een grote rivier. Zoals een rivier steevast ontspringt aan een reeks kleine stroompjes, zo komen zowel de Nederlandse gulden als de euro voort uit verschillende geldeenheden die op een gegeven moment in elkaar opgaan.
De eerste echte munten
De eerste echte munten werden gemaakt in het koninkrijk Lydië, in het huidige West-Turkije. Deze werden gemaakt van klompjes goud en zilver. De Grieken zagen ook wel iets in zo’n munt. Een munt zou het handeldrijven namelijk veel makkelijker maken. De Grieken kwamen dan ook met eigen munten van zilver en goud. Daarna volgden koperen muntjes. In alle muntjes werd een vaste waarde gedrukt en er kwamen ook versieringen op te staan. Zo begonnen de munten steeds meer te lijken op het huidige muntgeld.
Romeinse munten overal in Europa aanvaard
De eerste Romeinse munten werden ongeveer 200 jaar voor Christus geslagen. Op de Romeinse munten stond de waarde van de munt, maar ook het portret van de heersende keizer en andere informatie. Deze munten werden geslagen in de tempel van de Romeinse godin Juno Moneta. Waarschijnlijk komt daar ook de naam ‘munt’ vandaan. Naarmate het Romeinse Rijk verder groeide, werden dezelfde Romeise munten overal in Europa als ruilmiddel aanvaard.
Karel de Grote reorganiseerde het muntwezen
Na de val van het Romeinse Rijk verdwenen de Romeinse munten en vielen sommige landen weer terug op ruilhandel. De Frankische keizer Karel de Grote (742-814), wiens rijk een groot deel van het huidige West- en Midden-Europa besloeg, voerde echter een reorganisatie van het muntwezen in. Vooral om zijn gezag te doen gelden, liet de keizer alle bestaande munten uit de roulatie halen en gaf hij opdracht aan de munthuizen om nieuwe te slaan. Munten waarop zijn portret stond. Destijds sloegen zij uit een zogeheten Karolingisch pond fijn zilver 240 penningen.
Veel verschillende munteenheden in Europa
Na de dood van de keizer viel het grote rijk uiteen. Uiteindelijk kregen de landen van Europa, waarvan sommige net vorm begonnen te krijgen, de controle over hun eigen muntstelsels. Veel Europese landen en deelgebieden hanteerden uiteindelijk eigen reken- en uitgiftemethodes. Het probleem met deze vele munteenheden was dat het de handel tussen landen vermoeilijkte. Voor de komst van de euro werden er daardoor al monetaire unies met eenheidsmunten uitgeprobeerd. Zo was er de Latijnse Monetaire Unie in 1867. Deze verenigde Frankrijk, België, Zwitserland, Griekenland en Bulgarije met gouden en zilveren munten. Ook werd er een Scandinavische Monetaire Unie opgericht in 1875. Beide unies faalden echter.
Vraag naar monetaire unie groeit
De drang om een goed functionerend muntstelsel uit de grond te stampen werd steeds groter. In diverse Europese landen, zoals België en Zwitserland, wilde de regering het probleem van de verschillende nationale muntstelsels aanpakken.
In 1988 bereikte de Europese Economische Gemeenschap overeenstemming over de oprichting van een Economische en Monetaire Unie. De eerste fase van deze oprichting begon in 1990. Bepaald werd dat de derde en laatste fase zou ingaan op 1 januari 1999, mits de deelnemende landen aan bepaalde financieel-economische voorwaarden konden voldoen. Die hadden onder meer betrekking op de omvang van de staatsschuld, het begrotingstekort en de hoogte van de inflatie. Mede door deze normen nogal losjes te hanteren, vooral in het geval van Griekenland, bleek het mirakel mogelijk, en voerden de banken vanaf de eerste dag van 1999 één gezamenlijke munt – de euro.
Het einde van de gulden...
Precies twee jaar later werd de nieuwe munteenheid ook het algemene betaalmiddel voor burgers. Het einde van de Nederlandse gulden, Duitse mark, Belgische frank en nog tien andere Europese munteenheden was daarmee een voldongen feit. De collectie ‘Afscheid van de Nationale Munteenheid’ is mede hier door geboren.